Menu
Er zijn nu nog voldoende opvangplekken voor Eindhovense daklozen, die tijdens de winterkou een warme slaapplek zoeken. Toch is de rek er bijna uit. Volgens Sprinkplank040 zitten bijna alle opvanglocaties nu vol.
Het aantal daklozen in de stad groeit en dat legt een steeds grotere druk op de opvang. Nu de winterperiode weer aanbreekt en het ’s nachts vriest, moet opvangorganisatie Sprinkplank040 goed in de gaten houden of alle daklozen een warm onderdak kunnen krijgen als ze aankloppen voor hulp.
Dat gebeurt nu met twee vormen van opvang: voor daklozen die uit de regio komen en buitenlanders die in Eindhoven op straat leven. Die laatste groep, vaker arbeidsmigranten uit Oost-Europa, heeft geen recht op zorg en onderdak in de reguliere opvang. Voor hen is dit weekend een tijdelijke opvanglocatie in de wijk Meerhoven gerealiseerd, met zo’n 75 slaapplekken. “We zien deze locatie langzaam drukker worden, nu het ook kouder is. We zijn nu nog streng aan de deur. Als het kouder wordt dan drie graden onder nul, dan laten we hier wel iedereen binnen”, vertelt directeur van Springplank040 Thijs Eradus.
Daklozen die hier al langer rondlopen en staan ingeschreven, kunnen terecht bij drie opvangcentra in Eindhoven. De centra zijn gehuisvest aan de Mathildelaan, Bellefroidlaan en de Tongelresestraat. “Hier is opvang en zorg voor de daklozen. We hebben een goed beeld van deze groep. Toch zijn de drie locaties nu overvol. Er kan niemand meer bij, anders krijgen we problemen met bijvoorbeeld de brandveiligheid”, aldus Eradus.
Als meer daklozen zich nu bij de reguliere centra aanmelden, worden ze doorgestuurd naar de opvang in Meerhoven. Eradus: “Op die manier kunnen we nu nog iedereen helpen. Het is alleen wel de vraag voor hoelang. Het wordt spannend, want we zien ook steeds meer Oost-Europeanen aankloppen voor hulp.”
Mocht de temperatuur verder dalen en alle centra komen vol te zitten, dan wordt er volgens Eradus een extra opvanglocatie opgetuigd. Met de gemeente heeft hij een gymzaal in de stad op het oog. Welke zaal dat mogelijk is, kan hij nu nog niet zeggen.
